
Plus d'informations
Indications
Doeldieren : honden en puppies
Voor de behandeling van honden en puppies geïnfecteerd met immature en volwassen vormen van gastrointestinale rondwormen en eveneens voor de behandeling van Taenia spp. lintwormen bij honden.
Honden en puppies: Toxocara canis (volwassen en immature stadia), Toxascaris leonina (volwassen stadia), Ancylostoma caninum (volwassen en immature stadia), Uncinaria stenocephala (volwassen en immature stadia), Trichuris vulpis (volwassen stadia), Taenia pisiformis (volwassen stadia).
Eveneens voor de behandeling van honden geïnfecteerd met longworm (Oslerus osleri).
Composition
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Fenbendazol 100 mg
Excipients :
Kwalitatieve samenstelling van hulpstoffen en
andere bestanddelen
Kwantitatieve samenstelling als die
informatie onmisbaar is voor een juiste
toediening van het diergeneesmiddel
Benzylalcohol 4,835 mg
Natriummethylparahydroxybenzoaat 2,000 mg
Natriumpropylparahydroxybenzoaat 0,216 mg
Colloïdaal siliciumdioxide anhydraat
Povidon K25
Natriumcarmellose
Natriumcitraat dihydraat
Citroenzuur monohydraat
Gezuiverd water
Witte tot gebroken witte suspensie.
Contre-indications
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Utilisation
- Dosering voor elke diersoort, toedieningswijzen en toedieningswegen
Oraal gebruik.
De basisdosering is 50 mg fenbendazol per kg levend gewicht gedurende 3 opeenvolgende dagen.
Voor de behandeling van Oslerus osleri is het aangewezen om gedurende 8 dagen te behandelen en na een interval van 1 week de behandeling te herhalen gedurende 8 dagen.
Honden en pups:
Lichaamsgewicht Dosering
tot 1 kg 0,5 ml per dag gedurende 3 dagen
1 tot 2 kg 1 ml per dag gedurende 3 dagen
2 tot 4 kg 2 ml per dag gedurende 3 dagen
4 tot 6 kg 3 ml per dag gedurende 3 dagen
6 tot 8 kg 4 ml per dag gedurende 3 dagen
8 tot 10 kg 5 ml per dag gedurende 3 dagen
meer dan 10 kg 5 ml per dag gedurende 3 dagen
- 0,5 ml voor iedere bijkomende kg gewicht
Pups behandelen vanaf de leeftijd van 2 weken en voor de verdere behandeling dient de dierenarts geraadpleegd te worden.
De behandeling herhalen wanneer een natuurlijke infectie met parasitaire wormen optreedt.
Afhankelijk van de epidemiologische situatie (nauw contact met kinderen, buitenleven, veelvuldig contact met andere honden, verhoogde infectiedruk, dracht, gebruik voor de jacht…), kan in de meeste gevallen een profylactische routinebehandeling van 2 tot 4 maal per jaar geadviseerd worden voor volwassen dieren.
Voor honden die in een kennel verblijven is een meer frequente behandeling met een interval van 6-8 weken aan te bevelen. Uw dierenarts kan hierover meer informatie verstrekken.