
Weitere Informationen
Indikationen
NaCl 0,9 % + Glucose 5 % wordt gebruikt:
als een bron van koolhydraten (suiker). voor de behandeling van natriumdepletie (natriumverlies uit het bloed en lichaam). voor de behandeling van extracellulaire dehydratie (waterverlies uit het lichaam na bijvoorbeeld ziek geweest te zijn of diarree gehad te hebben). om u te behandelen als u lijdt aan hypovolemie (laag bloedvolume in de bloedvaten).
Zusammensetzung
Welke stoffen zitten er in dit medicijn?
De werkzame stoffen in dit medicijn zijn:
glucose (suiker): 50 g per liter.
natriumchloride: 9 g per liter.
De andere stof in dit medicijn is water voor injecties.
Gegenanzeigen
U mag NaCl 0,9 % + Glucose 5 % NIET toegediend krijgen als u lijdt aan een van de volgende
aandoeningen
als u weet dat u allergisch bent voor het product;
extracellulaire hyperhydratie (in de ruimten rond de lichaamscellen bevindt er zich te veel vocht);
hypervolemie (hoger bloedvolume in de bloedvaten dan normaal);
vocht- en natriumretentie (het lichaam houdt te veel vocht en natrium vast);
ernstige nierfunctieproblemen waardoor u minder of helemaal geen urine produceert (oligurie of
anurie);
niet-gecompenseerde hartinsufficiëntie, d.w.z. hartfalen dat niet voldoende behandeld is en
verschijnselen veroorzaakt zoals:
kortademigheid;
opzwellen van enkels.
hypernatriëmie (een te hoog natriumgehalte in het bloed);
hyperchloremie (een te hoog chloridegehalte in het bloed);
gegeneraliseerd oedeem (onderhuidse vochtophoping verspreid over alle lichaamsdelen);
ascitescirrose (leveraandoening die leidt tot vochtophoping in de buik);
niet-gecompenseerde diabetes (onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte
kan stijgen tot boven de normale waarden);
andere toestanden waarin glucose niet verdragen wordt, zoals:
Verwenden Sie
- Hoe krijgt u dit medicijn toegediend?
NaCl 0,9 % + Glucose 5 % wordt door een arts of verpleegkundige toegediend. Uw arts beslist hoeveel u nodig heeft en wanneer het aan u toegediend wordt, wat afhankelijk is van uw leeftijd, gewicht, toestand en de reden voor behandeling. De dosering kan ook afhankelijk zijn van andere gelijktijdige behandelingen.
NaCl 0,9 % + Glucose 5 % mag NIET worden toegediend als de oplossing deeltjes bevat of de zak op een of andere manier beschadigd is.
NaCl 0,9 % + Glucose 5 % wordt doorgaans in een ader toegediend via een plastic slangetje dat bevestigd is aan een naald. Het is echter mogelijk dat uw arts beslist u het medicijn te geven via een andere toedieningsweg.
Niet-gebruikte oplossing moet worden vernietigd. NaCl 0,9 % + Glucose 5 % mag NIET worden toegediend uit een gedeeltelijk gebruikte zak.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
volume lichaamsvocht de zuurgraad van uw bloed en urine de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden van het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere medicijnen nemen die de werking van vasopressine verhogen).
Heeft u te veel van dit medicijn toegediend gekregen?
Als u een over-infusie (teveel NaCl 0,9 % + Glucose 5 % krijgt) of als het te snel wordt toegediend, kan dit tot de volgende symptomen leiden:
hyperglykemie (een te hoog suikergehalte in het bloed). Symptomen kunnen zijn:
droge mond als gevolg van dehydratatie (watertekort in het weefsel);
dorst;
vermoeidheid;
osmotische diurese (regelmatig plassen als gevolg van te hoge urine productie);
wazig zien.